Informatieverschaffing over duurzaamheid
Als financiële marktdeelnemer in de zin van Verordening (EU) 2019/2088 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (de zgn. Sustainable Finance Disclosure Regulation of SFDR) is PrismaLife AG verplicht bepaalde duurzaamheidsgerelateerde informatie op bedrijfs- en productniveau openbaar te maken.
De stand van de volgende informatie is per 01.04.2023.
1. Opname van duurzaamheidsrisico’s in het besluitvormingsproces voor investeringen
De opname van duurzaamheidsrisico’s in het besluitvormingsproces voor investeringen speelt een belangrijke rol bij PrismaLife AG. Onder duurzaamheidsrisico’s worden gebeurtenissen of omstandigheden verstaan op het gebied van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur, waarvan het optreden daadwerkelijk of potentieel een aanzienlijke negatieve invloed zou kunnen hebben op het vermogen, de financiële positie of de bedrijfsresultaten, alsmede op de reputatie van de onderneming.
1.1 Beleggingsproces en ESG-integratie
PrismaLife AG hanteert consequent een beleggingsproces in twee fasen voor haar dekkingspool en voor haar eigen beleggingen, waarin zowel rendements-, liquiditeits- en risicoparameters als ESG-doelstellingen zijn opgenomen.
Bij de selectie van geschikte beleggingen beoordeelt PrismaLife AG eerst klassieke kengetallen zoals rendement, duration en kredietwaardigheid van de emittenten. In een tweede stap toetst PrismaLife AG de geschikte beleggingen volgens deze kengetallen aan ESG-criteria. Voor alle nieuwe beleggingen gelden uitsluitingscriteria, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen ondernemingen en staten als emittenten. Bovendien moeten de beleggingen van de dekkingspool in totaal een bovengemiddelde MSCI ESG-score behalen. Nieuwe beleggingen die in de loop van een boekjaar worden aangekocht, mogen de ESG-score van de portefeuille aan het eind van het jaar niet verslechteren. Daarnaast wordt het niveau van de CO2-uitstoot van de portefeuille gemeten. Beleggingen met een zo laag mogelijke CO2-intensiteit genieten de voorkeur en de CO2-uitstoot van de gehele portefeuille moet lager zijn dan die van een niet-ESG-geoptimaliseerde vergelijkingsportefeuille.
Bestaande beleggingen worden regelmatig gecontroleerd volgens dezelfde ESG-criteria. Bij overtreding van de vastgestelde uitsluitingscriteria wordt onderzocht of PrismaLife AG de positie kan afbouwen.
Alle uitsluitingscriteria per activaklasse staan hieronder vermeld.
Activaklasse |
Uitsluitingscriterium |
Aandelen en bedrijfsobligaties | Productie van of handel in verboden wapens (clusterbommen, landmijnen, enz.) en kernwapens |
Productie van biociden (door de WHO als uiterst gevaarlijk ingedeelde chemische stoffen) | |
Bij de behandeling van werknemers: Schending van door de IAO als fundamenteel beschouwde beginselen, beperking van de vrijheid van vergadering en vereniging, dwangarbeid, kinderarbeid, discriminatie en systematische omzeiling van de minimale arbeidsnormen | |
Schending van mensenrechten i.v.m. arbeidsverhoudingen, bijv. aanvaarding van gevaar voor cliënten, mensenhandel, gebruik van geweld, schending van zelfbeschikkingsrechten | |
Schending van een of meer van de tien beginselen van het UN Global Compact | |
Staatsobligaties | Autoritaire regimes of onvrije staten volgens de classificatie van Freedom House |
Wettelijke discriminatie van sociale groepen, bv. vrouwen, mensen met een handicap, minderheden | |
Wijdverbreid gebruik van kinderarbeid | |
Schending van de mensenrechten, bijvoorbeeld politieke willekeur, marteling, beperking van de bewegingsvrijheid en van de godsdienstvrijheid | |
Massale beperking van de pers- en mediavrijheid | |
Praktijk van de doodstraf* | |
Grondstoffen | Uitsluiting van grondstoffen uit de landbouwsector |
* PrismaLife AG behoudt zich t.b.v. het portefeuillebeheer het recht voor, in US Treasuries tot max. 3% van het beleggingsvolume te beleggen.
1.2 Fondsselectie voor unit-linked levensverzekeringen
Bij de vrije fondsbelegging kiest de polishouder op basis van zijn risicovoorkeur een passende belegging uit één of meer van de aangeboden beleggingsfondsen. Het doel is dus een zo breed mogelijk fondsenportefeuille aan te bieden waarmee een klant zijn individuele voorkeuren op het gebied van beleggingsklasse, beleggingsfocus, risicobereidheid en duurzaamheidsvoorkeuren in kaart kan brengen. PrismaLife AG ondersteunt het thema duurzaamheid in de vrije fondsbelegging door het aanbod van duurzame fondsen systematisch uit te breiden. Waar mogelijk worden duurzame beleggingsopties aangeboden in elke activaklasse. Het aandeel ESG-fondsen in het aanbod van selecteerbare fondsen moet in 2023 meer dan 50% bedragen. Voor de classificatie van fondsen als “duurzaam” gebruikt PrismaLife AG een Morningstar-rating, die ook beschikbaar is voor klanten via de Morningstar Quickrank op de homepage in de rubriek Fondsinformatie.
2. Inachtneming van negatieve duurzaamheidseffecten
Als op de lange termijn gerichte pensioenverzekeraar houdt PrismaLife AG bij de selectie van beleggingen voor haar kapitaalinvesteringen rekening met beginselen op het gebied van milieu, maatschappij en verantwoord ondernemingsbestuur. PrismaLife AG sluit bijvoorbeeld effecten uit van ondernemingen die betrokken zijn bij de productie en distributie van clustermunitie.
Daartoe heeft PrismaLife AG vergaande uitsluitingscriteria gedefinieerd voor beleggingen in bedrijfsobligaties, aandelen en staatsobligaties. Met deze criteria sluit PrismaLife AG ondernemingen en staten die haar duurzaamheidsbeginselen schenden uit van kapitaalbeleggingen. Tot de sociale en bedrijfsethische uitsluitingscriteria behoren onder andere ondernemingen die de beginselen van het UN Global Compact (bescherming van de mensenrechten, voorkoming van dwang- en kinderarbeid, bescherming van het milieu, verspreiding van milieuvriendelijke technologieën en preventie van corruptie) schenden en ondernemingen die actief zijn in de productie of distributie van verboden wapens. PrismaLife AG legt bijzondere nadruk op de bestrijding van klimaatverandering. Een van de belangrijkste doelen is het verminderen van de uitstoot van klimaatschadelijke CO2 en daarmee het bevorderen van klimaatneutraliteit. Naast de bewaking van de direct en indirect beïnvloedbare CO2-verbruikswaarden spelen de evaluatie van de duurzaamheid van de beleggingen in de dekkingspool en de geleidelijke uitbreiding van duurzame fondsen in de vrije fondsbeleggingen een belangrijke rol.
3. Opname van duurzaamheidsrisico’s in het beloningsbeleid
Volgens artikel 5 van de SFDR moeten financiëlemarktdeelnemers informatie publiceren over de mate waarin hun beloningsbeleid strookt met het opnemen van duurzaamheidsrisico’s.
Het beloningssysteem van PrismaLife AG voldoet in al zijn onderdelen (vaste en variabele beloning, personeelsvoorzieningen, secundaire arbeidsvoorwaarden) aan de eisen van het vennootschapsrecht en het verzekeringsrecht.
De beloningsrichtlijnen van PrismaLife AG zijn gebaseerd op een prestatiegerelateerd vast beloningssysteem dat alle geslachten gelijkelijk beloont. Een centraal beoordelingscriterium voor professionele ontwikkeling is de gedrags- en integriteitscode “samen, bewust en levendig” van PrismaLife AG. PrismaLife AG betaalt geen omzetgerelateerde beloning aan medewerkers; individuele variabele beloning wordt alleen in bijzondere uitzonderlijke gevallen uitgekeerd op basis van kwalitatieve criteria. De variabele beloning van de Raad van Bestuur, die gebaseerd is op kwantitatieve criteria, is niet gekoppeld aan het behalen van expliciete ESG-doelstellingen.
Het beloningsbeleid met verkooppartners is zodanig opgezet dat rekening wordt gehouden met het belang van de klant en dat advies wordt gegeven in overeenstemming met de vereisten. Er worden geen verschillen gemaakt in de vergoeding voor de bemiddeling van fondsen met of zonder duurzaamheidscriteria.
1. Informatieverschaffing over duurzaamheid van het garantievermogen en de bijzondere vermogens van PrismaLife AG
1.1 Samenvatting
Het garantievermogen en de bijzondere vermogens van PrismaLife worden beheerd in een gezamenlijke portefeuille, de zogenaamde dekkingspool. Er ecologische en sociale kenmerken gepromoot, maar er worden geen duurzame investeringen nagestreefd. De ecologische en sociale kenmerken waarmee rekening wordt gehouden, omvatten uitsluitingen per sector en op basis van waarden, een uitgebreide beoordeling van ESG-factoren en de CO2-intensiteit van de beleggingen.
Als specialist in duurzame pensioenen volgt PrismaLife AG consequent een beleggingsproces in twee fasen, waarin zowel rendements-, liquiditeits- en risicoparameters als ESG-doelstellingen zijn opgenomen. In de eerste fase wordt de financiële marktanalyse uitgevoerd op basis van activaklassen, sectoren, rendementen en looptijden en klassieke ratingkencijfers. In de tweede fase worden potentiële beleggingsproducten getoetst aan ESG-criteria en zo nodig geprioriteerd. De beleggingsbeslissing wordt vervolgens genomen op basis van de telkens betere ESG-score en de laagst mogelijke CO2-intensiteit, en rekening houdend met de gedefinieerde uitsluitingscriteria. Voor de evaluatie van de beleggingsopties wordt gebruik gemaakt van gegevens van een erkende externe dataleverancier die gespecialiseerd is in duurzaamheidsanalyse (momenteel MSCI ESG Research). Bestaande beleggingen worden regelmatig gecontroleerd volgens dezelfde ESG-criteria. Bij ernstige overtredingen of controverses wordt nagegaan of de positie kan worden beperkt .
1.2 Geen significante aantasting van de duurzame beleggingsdoelstelling
Dit financiële product promoot ecologische of sociale kenmerken, maar streeft niet naar duurzame investeringen.
1.3 Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product
De ecologische en sociale kenmerken van dit financiële product zijn onder meer de volgende:
- Uitsluitingen per sector en per waarde: Op investeringen worden uitsluitingscriteria toegepast. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen criteria voor bedrijven en staten.
- ESG-beoordeling: PrismaLife maakt gebruik van de dienst van de externe dataleverancier MSCI ESG Research om beleggingsopties te beoordelen aan de hand van een uitgebreide ESG-rating. De beleggingen van de dekkingspool dienen over het geheel genomen een bovengemiddelde ESG-score te vertonen. Bovendien mogen in de loop van een begrotingsjaar aangekochte nieuwe investeringen de ESG-score van de portefeuille aan het eind van het jaar niet verslechteren.
- Uitstoot van broeikasgassen: De CO2-intensiteit van de beleggingsportefeuille wordt regelmatig geëvalueerd. Investeringen met de laagst mogelijke CO2-intensiteit verdienen de voorkeur en de CO2-emissies van de gehele portefeuille moeten lager zijn dan die van een niet-ESG-geoptimaliseerde vergelijkingsportefeuille.
1.4 Beleggingsstrategie
In haar dekkingspool voert PrismaLife een bewust conservatief beleggingsbeleid op basis van duurzaamheidscriteria. Het primaire doel is het genereren van de jaarlijkse renteverplichtingen. Dit doel moet ook in de toekomst worden bereikt door te investeren in duurzame investeringen.
Bij de selectie van geschikte beleggingen worden eerst de klassieke kerncijfers zoals rendement, looptijd en kredietwaardigheid van de emittenten geëvalueerd. In een tweede stap worden beleggingen die volgens deze kengetallen geschikt zijn, getoetst aan ESG-criteria. Voor alle nieuwe investeringen gelden er uitsluitingscriteria, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen ondernemingen en overheden als emittenten. Bovendien dienen de beleggingen van de dekkingspool over het geheel genomen een bovengemiddelde MSCI ESG-score te behalen. Nieuwe investeringen die in de loop van een begrotingsjaar worden aangekocht, mogen de ESG-score van de portefeuille aan het eind van het jaar niet verslechteren. Daarnaast wordt het niveau van de CO2-uitstoot van de portefeuille gemeten. Investeringen met een zo laag mogelijke CO2-intensiteit verdienen de voorkeur en de CO2-emissies van de gehele portefeuille moeten lager zijn dan die van een niet-ESG-geoptimaliseerde vergelijkingsportefeuille.
Bestaande beleggingen worden regelmatig gecontroleerd volgens dezelfde ESG-criteria. Bij overschrijding van de vastgestelde uitsluitingscriteria wordt nagegaan of de positie kan worden verlaagd.
Met de evaluatie van procedures inzake goed ondernemingsbestuur wordt rekening gehouden in verschillende aspecten van de gevoerde duurzaamheidsstrategie. Enerzijds wordt bij het bepalen van de MSCI ESG-rating onder meer beoordeeld of er materiële risico’s voor de belegging voortvloeien uit het ondernemingsbestuur. Verder zijn minimumbeschermingsmaatregelen verankerd in de toepasselijke uitsluitingscriteria. Ook voor staatsobligaties worden goede praktijken in de zin van een democratisch bestuur beoordeeld. Alle uitsluitingscriteria worden ook voor investeringen in de portefeuille regelmatig gecontroleerd. Bij ernstige overtredingen of controverses wordt nagegaan of de positie kan worden beperkt.
1.5 Spreiding van investeringen
Dit financiële product promoot ecologische of sociale kenmerken, maar streeft niet naar duurzame investeringen. Er wordt vooral geïnvesteerd in investeringen die gericht zijn op ecologische of sociale kenmerken. Deze investeringen worden gedaan om de gepromote ecologische of sociale kenmerken te bereiken. Daarnaast kan contant geld in de portefeuille worden aangehouden voor liquiditeitsdoeleinden en strategische overwegingen. Voorts kunnen investeringen waarvoor geen duurzaamheidsgegevens beschikbaar zijn ook onder de categorie “Overige investeringen” vallen.
1.6 Monitoring van de ecologische of sociale kenmerken
De ecologische en sociale kenmerken van de investeringen in de portefeuille worden regelmatig, maar ten minste eenmaal per jaar, geëvalueerd. PrismaLife maakt gebruik van de dienst van de externe dataleverancier MSCI ESG Research om de beleggingen te evalueren op basis van een uitgebreide ESG-rating, CO2-intensiteit en de gedefinieerde uitsluitingscriteria. De resultaten van de analyses worden voorgelegd aan het beleggingscomité. In geval van ernstige bevindingen wordt nagegaan of de positie kan worden verlaagd.
1.7 Methodes voor ecologische of sociale kenmerken
PrismaLife maakt gebruik van de dienst van de externe dataleverancier MSCI ESG Research, die uitgebreide duurzaamheidsgegevens levert. De verantwoordelijke medewerkers van PrismaLife zijn getraind in het gebruik van deze gegevens en houden hun kennis op het gebied van duurzaamheid altijd up-to-date. De kern van de analyse is de MSCI ESG Score, die groot aantal gegevens over de omgang met duurzaamheidsrisico’s en -kansen en over negatieve duurzaamheidseffecten combineert tot een rating voor bedrijven en landen. Bovendien worden gegevens over de CO2-intensiteit en controverses in verband met de vastgestelde uitsluitingscriteria geëvalueerd.
1.8 Gegevensbronnen en -verwerking
PrismaLife gebruikt duurzaamheidsgegevens van MSCI ESG Research ter beoordeling van de gedefinieerde uitsluitingscriteria en ter berekening van de ESG-score en de CO2-intensiteit van de portefeuille. PrismaLife maakt op dit moment geen schattingen.
1.9 Beperking met betrekking tot methoden en gegevens
Beleggingen waarvoor MSCI ESG Research geen gegevens verstrekt, kunnen worden opgenomen in “overige beleggingen”. Deze investeringen zijn opgenomen in de reguliere analyse. Indien gegevens beschikbaar komen die tegen een investering spreken, zal de zaak in het beleggingscomité worden behandeld en zal worden nagegaan of de positie kan worden verminderd.
1.10 Zorgplicht
PrismaLife houdt ter nakoming van de zorgplicht bij de beleggingen van de dekkingspool rekening met de belangrijkste nadelige gevolgen van investeringsbeslissingen voor duurzaamheidsfactoren op het gebied van milieu, sociale belangen en werkgelegenheid, eerbiediging van de mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping. Bijzondere aandacht op milieugebied wordt besteed aan de uitstoot van broeikasgassen en op het gebied van sociale zaken en werkgelegenheid aan schendingen van de UNGC-beginselen en betrokkenheid bij controversiële wapens. Deze onderwerpen zijn verankerd in de vastgestelde uitsluitingscriteria en worden regelmatig gecontroleerd.
Dit zorgt ervoor dat niet wordt geïnvesteerd in ondernemingen en/of financiële instrumenten met bijzonder grote negatieve gevolgen voor duurzaamheidsfactoren. Indien bij bestaande investeringen een toename van de negatieve effecten wordt vastgesteld, wordt nagegaan of de betrokken posities kunnen worden verminderd.
1.11 Participatiebeleid
PrismaLife houdt momenteel geen directe aandelenbeleggingen en kan daarom geen actief stemrecht uitoefenen in de zin van een ESG-engagement. Bovendien heeft PrismaLife, gezien het relatief kleine garantievermogen, nauwelijks mogelijkheden om ESG-aspecten te beïnvloeden door actief stemrecht uit te oefenen.
Precontractuele ESG-informatie
Sicherungsvermögen der PrismaLife AG
Sondervermögen Taggeld
2. Informatieverschaffing over duurzaamheid van de verzekeringsproducten van PrismaLife AG
Duurzaamheidgerelateerde informatie over de verzekeringstarieven van PrismaLife vindt u op de pagina van het betreffende tarief.
FID – PrismaFlexInvest
FIPD – PrismaFlexInvestPlus
DV Bertrandt – Direktversicherung Bertrandt
De informatie over het beloningsbeleid in verband met de afweging van duurzaamheidsrisico’s overeenkomstig artikel 5 van de SFDR werd aangevuld met de verklaring over de variabele beloning van de Raad van Bestuur.
Stand per 30.12.2022: bekendmaking van productgerelateerde informatie overeenkomstig artikel 10 van de SFDR.
Nachhaltigkeitsbezogene Offenlegung zu den Sicherungs- und Sondervermögen der PrismaLife AG
1. Zusammenfassung
Die Sicherungs- und Sondervermögen der PrismaLife werden in einem gemeinsamen Portfolio, dem so genannten Deckungsstock, verwaltet. Es werden ökologische und soziale Merkmale beworben, aber keine nachhaltigen Investitionen angestrebt. Die berücksichtigten ökologischen und sozialen Merkmale umfassen sektor- und wertbasierte Ausschlüsse, eine umfassende Bewertung von ESG-Faktoren sowie die CO2-Intensität der Anlagen.
Als nachhaltige Vorsorgespezialistin verfolgt die PrismaLife AG konsequent einen zweistufigen Investmentprozess, der sowohl Rendite-, Liquiditäts- und Risikoparameter als auch ESG-Ziele inkludiert. In der ersten Stufe erfolgt die finanzmarktorientierte Analyse nach Assetklassen, Branchen, Renditen und Laufzeiten sowie klassischen Ratingkennziffern. In der zweiten Stufe werden die potenziellen Anlageprodukte anhand von ESG-Kriterien überprüft und ggf. priorisiert. Die Investitionsentscheidung erfolgt dann auf Basis des jeweils besseren ESG-Scores und einer möglichst geringen CO2-Intensität sowie unter Berücksichtigung der definierten Ausschlusskriterien. Zur Bewertung der Anlageoptionen werden Daten eines anerkannten externen Datenanbieters, der auf Nachhaltigkeitsanalysen spezialisiert ist, verwendet (derzeit MSCI ESG Research). Bestehende Anlagen werden nach den gleichen ESG-Kriterien regelmässig überwacht. Bei schwerwiegenden Verstössen oder Kontroversen wird geprüft, ob die Position abgebaut werden kann.
2. Keine erhebliche Beeinträchtigung des nachhaltigen Investitionsziels
Mit diesem Finanzprodukt werden ökologische oder soziale Merkmale beworben, aber keine nachhaltigen Investitionen angestrebt.
3. Ökologische oder soziale Merkmale des Finanzprodukts
Die ökologischen und sozialen Merkmale dieses Finanzprodukts umfassen folgendes:
- Sektor- und wertebasierte Ausschlüsse: Bei Investitionen werden Ausschlusskriterien angewendet. Es wird dabei zwischen Kriterien für Unternehmen und Staaten unterschieden.
- ESG-Bewertung: Die PrismaLife nutzt die Dienstleistung des externen Datenanbieters MSCI ESG Research, um Anlageoptionen anhand eines umfassenden ESG-Ratings zu beurteilen. Die Anlagen des Deckungsstocks sollen insgesamt einen überdurchschnittlichen ESG-Score ausweisen. Die im Lauf eines Geschäftsjahres neu gekauften Anlagen sollen darüber hinaus den ESG-Score des Portfolios zum Jahresende nicht verschlechtern.
- Treibhausgasemissionen: Die CO2-Intensität des Anlageportfolios wird regelmäßig evaluiert. Anlagen mit möglichst geringer CO2-Intensität sollen bevorzugt werden und die CO2- Emissionen des gesamten Portfolios sollen unter denen eines nicht ESG-optimierten Vergleichsportfolios liegen.
4. Anlagestrategie
Die PrismaLife verfolgt in ihrem Deckungsstock eine bewusst konservative an Nachhaltigkeitskriterien ausgerichtete Anlagepolitik. Oberstes Ziel ist die Erwirtschaftung der jährlichen Zinsverpflichtungen. Dieses Ziel soll durch Investition in nachhaltige Anlagen auch in der Zukunft erreicht werden.
Bei der Auswahl geeigneter Anlagen werden zunächst klassische Kennzahlen wie Rendite, Duration und Bonität der Emittenten bewertet. Gemäss dieser Kennzahlen geeignete Anlagen werden in einem zweiten Schritt an ESG-Kriterien gemessen. Für alle Neuanlagen gelten Ausschlusskriterien, bei denen zwischen Unternehmen und Staaten als Emittenten unterschieden wird. Ausserdem sollen die Anlagen des Deckungsstocks insgesamt einen überdurchschnittlichen MSCI ESG-Score erzielen. Die im Lauf eines Geschäftsjahres neu gekauften Anlagen sollen den ESG-Score des Portfolios zum Jahresende nicht verschlechtern. Darüber hinaus wird die Höhe der CO2-Emissionen des Portfolios gemessen. Anlagen mit möglichst geringer CO2-Intensität sollen bevorzugt werden und die CO2 Emissionen des gesamten Portfolios sollen unter denen eines nicht ESG-optimierten Vergleichsportfolios liegen.
Bestehende Anlagen werden nach den gleichen ESG-Kriterien regelmässig überwacht. Bei Verstoss gegen die definierten Ausschlusskriterien wird geprüft, ob die Position abgebaut werden kann.
Die Bewertung von Verfahrensweisen einer guten Unternehmensführung fliesst bei verschiedenen Aspekten der verfolgten Nachhaltigkeitsstrategie in die Betrachtung ein. Zum einen wird bei der Ermittlung des MSCI ESG-Ratings unter anderem beurteilt, ob von der Unternehmensführung materielle Risiken für die Anlage ausgehen. Darüber hinaus sind Mindestschutzmassnahmen in den geltenden Ausschlusskriterien verankert. Auch bei Staatsanleihen werden Verfahrensweisen einer guten Führung im Sinne einer demokratischen Staatsführung bewertet. Alle Ausschlusskriterien werden auch bei den Anlagen im Bestand regelmässig überwacht. Bei schwerwiegenden Verstössen oder Kontroversen wird geprüft, ob die Position abgebaut werden kann.
5. Aufteilung der Investitionen
Mit diesem Finanzprodukt werden ökologische oder soziale Merkmale beworben, aber keine nachhaltigen Investitionen angestrebt. Es wird hauptsächlich in Anlagen investiert, die auf ökologische oder soziale Merkmale ausgerichtet sind. Diese Investitionen werden zur Erreichung der beworbenen ökologischen oder sozialen Merkmale getätigt. Darüber hinaus können zu Liquiditätszwecken und aus strategischen Überlegungen Barmittel im Portfolio gehalten werden. Ausserdem können unter die Kategorie «Andere Investitionen» auch Anlagen fallen, für die keine Nachhaltigkeitsdaten verfügbar sind.
6. Überwachung der ökologischen oder sozialen Merkmale
Die ökologischen und sozialen Merkmale der Anlagen im Bestand werden regelmässig, mindestens aber einmal im Jahr, überprüft. Die PrismaLife nutzt die Dienstleistung des externen Datenanbieters MSCI ESG Research, um die Anlagen anhand eines umfassenden ESG-Ratings, der CO2-Intensität sowie der definierten Ausschlusskriterien zu bewerten. Die Ergebnisse der Analysen werden dem Investmentausschuss präsentiert. Bei schwerwiegenden Feststellungen wird geprüft, ob die Position abgebaut werden kann.
7. Methoden für ökologische oder soziale Merkmale
Die PrismaLife nutzt die Dienstleistung des externen Datenanbieters MSCI ESG Research, der umfassende Nachhaltigkeitsdaten bereitstellt. Die zuständigen Mitarbeiter der PrismaLife sind im Umgang mit diesen Daten geschult und halten ihr Wissen zum Thema Nachhaltigkeit stets auf dem aktuellen Stand. Im Zentrum der Analyse steht der MSCI ESG-Score, der für Unternehmen und Staaten eine Vielzahl von Daten zum Umgang mit Nachhaltigkeitsrisiken und -chancen sowie über nachteilige Nachhaltigkeitsauswirkungen zu einem Rating zusammenfasst. Darüber hinaus werden Daten zur CO2-Intensität sowie zu Kontroversen im Zusammenhang mit den definierten Ausschlusskriterien ausgewertet.
8. Datenquellen und -verarbeitung
Die PrismaLife verwendet von MSCI ESG Research zur Verfügung gestellte Nachhaltigkeitsdaten zur Bewertung der definierten Ausschlusskriterien und zur Berechnung des ESG-Scores sowie der CO2-Intensität des Portfolios. PrismaLife schätzt zum aktuellen Zeitpunkt keine Daten.
9. Beschränkung hinsichtlich der Methoden und Daten
Anlagen, über die MSCI ESG Research keine Daten bereitstellt, können ihm Rahmen der «Anderen Investitionen» getätigt werden. Diese Anlagen werden in die regelmässige Analyse eingeschlossen. Sollten Daten verfügbar werden, die gegen eine Investition sprechen, wird der Fall im Investmentausschuss behandelt und geprüft, ob die Position abgebaut werden kann.
10. Sorgfaltspflichten
Die PrismaLife berücksichtigt zur Wahrung der Sorgfaltspflicht bei den Anlagen des Deckungsstocks die wichtigsten nachteiligen Auswirkungen von Investitionsentscheidungen auf Nachhaltigkeitsfaktoren in den Bereichen Umwelt, Soziales und Beschäftigung, Achtung der Menschenrechte und Bekämpfung von Korruption und Bestechung. Besondere Berücksichtigung finden dabei im Bereich Umwelt die Treibhausgasemissionen und im Bereich Soziales und Beschäftigung die Verstösse gegen UNGC-Grundsätze sowie das Engagement in umstrittenen Waffen. Diese Themen sind in den definierten Ausschlusskriterien verankert und werden regelmässig überwacht.
Auf diese Weise wird sichergestellt, dass nicht in Unternehmen und/oder Finanzinstrumente mit besonders hohen nachteiligen Auswirkungen auf Nachhaltigkeitsfaktoren investiert wird. Bei einer festgestellten Erhöhung der nachteiligen Auswirkungen bei bestehenden Anlagen wird geprüft, ob die betroffenen Positionen abgebaut werden können.
11. Mitwirkungspolitik
Die PrismaLife hält derzeit keine direkten Aktieninvestments und kann daher keine aktiven Stimmrechte im Sinne eines ESG-Engagements ausüben. Zudem verfügt die PrismaLife angesichts des vergleichsweisen kleinen Deckungsstocks kaum über Möglichkeiten, durch aktive Stimmrechtsausübung auf ESG-Aspekte Einfluss zu nehmen.